Gezinnen van mensen die werkzaam zijn in het leger leven op
een kruispunt van twee fundamentele bouwstenen voor de samenleving. Beide
hebben eigen daarbij behorende rollen die van iemand verlangd worden en beide
hebben ook eigen regels die nageleefd moeten worden. Daar komt nog bij dat
zowel het gezin als het werk bij defensie veel aandacht, tijd en energie van
iemand vragen. Om die reden worden ze ook wel gulzige instituties genoemd (de Angelis
& Segal, 2015).
Het leger vormt de belangrijkste manier waarop we ons kunnen
verdedigen tegen bedreigingen van buitenaf. Om dit te doen zijn de mensen die
in dienst zijn getreden het belangrijkste middel. Zij functioneren binnen een
goed geordend systeem van professionele codes en beslissingen van bovenaf die
bepalen wanneer ze werken en waar. Daarnaast vormt ook het gezin een belangrijk
onderdeel van onze samenleving. Gezinnen zijn er in allerlei soorten en maten,
maar toch hebben ze een aantal belangrijke gemeenschappelijke eigenschappen. Het
gezin zorgt er bijvoorbeeld voor dat zijn leden bescherming krijgen. Daarnaast
dragen gezinnen een zorgtaak met zich mee voor zijn leden, ongeacht leeftijd of
woonplaats. Wanneer het gaat om een goed functionerend gezin dan biedt deze
groep mensen bovendien ook sociale steun aan elkaar (de Angelis & Segal,
2015).
Zowel het leger als het gezin vragen veel van hun leden en
wanneer deze twee werelden met elkaar in contact komen, bijvoorbeeld in de vorm
van een militair die een gezin begint met zijn of haar partner, leidt dit tot
conflict. Het is deze mogelijkheid om conflict te veroorzaken dat zowel het gezin
als het leger tot gretige instellingen maakt (de Angelis & Segal, 2015).
Het bovenstaande samengevat zouden we dus kunnen stellen dat het leger ‘the other woman’ is voor het thuisfront. Door de aard van het werken als militair kunnen er namelijk periodes voorkomen dat de volledige aandacht niet naar het gezin kan gaan, bijvoorbeeld tijdens een uitzending. Contactmogelijkheden zijn beperkt en onder meer vanwege veiligheidsoverwegingen kan niet alles gezegd worden. Tegelijkertijd is het gezin zoals we hebben gelezen erg belangrijk en eist het gezin ook aandacht op. Dat is ook logisch, want je voelt als onderdeel van een gezin een band met de andere gezinsleden en die band wil je onderhouden. De dagboekjes van Hulp voor Helden kunnen om die reden dan ook een waardevolle bijdrage leveren om bij thuiskomst in ieder geval zo snel mogelijk up to date te raken met wat er gebeurd is in elkaars afwezigheid. Op die manier kan de orde van de dag zo snel mogelijk hervat worden en dat is goed voor zowel de militair als het thuisfront.
Gebruikte literatuur
Het bovenstaande samengevat zouden we dus kunnen stellen dat het leger ‘the other woman’ is voor het thuisfront. Door de aard van het werken als militair kunnen er namelijk periodes voorkomen dat de volledige aandacht niet naar het gezin kan gaan, bijvoorbeeld tijdens een uitzending. Contactmogelijkheden zijn beperkt en onder meer vanwege veiligheidsoverwegingen kan niet alles gezegd worden. Tegelijkertijd is het gezin zoals we hebben gelezen erg belangrijk en eist het gezin ook aandacht op. Dat is ook logisch, want je voelt als onderdeel van een gezin een band met de andere gezinsleden en die band wil je onderhouden. De dagboekjes van Hulp voor Helden kunnen om die reden dan ook een waardevolle bijdrage leveren om bij thuiskomst in ieder geval zo snel mogelijk up to date te raken met wat er gebeurd is in elkaars afwezigheid. Op die manier kan de orde van de dag zo snel mogelijk hervat worden en dat is goed voor zowel de militair als het thuisfront.
Gebruikte literatuur
de Angelis,
K., & Segal, M. (2015). Transitions in the military and the family as greedy
institutions. In R. Moelker (red), M. Andres (red.), G. Bowen (red.), & P.
Manigart (red.), Military families and war in the 21st century (pp.
21-39). London: Routledge.
No comments:
Post a Comment