Monday 8 June 2015

Procesverslag

Eerder deze week vond het laatste college Mediawijsheid plaats en daarmee werd de laatste fase van dit project ingeluid. Het is nu tijd voor een evaluatie van ons werk. Wat hebben we geprobeerd, wat is gelukt en wat niet en wat is het resultaat ervan voor dit project nu en voor Hulp voor Helden op de langere termijn?

Onze strategie
Het voornaamste onderdeel van de opdracht was het opzetten en uitvoeren van een mediastrategie om ons doel te behalen. Wij hadden met dit project een dubbele doelstelling, want naast het inzamelen van geld ten behoeve van het dagboekjesproject, wilden we ook bijdragen aan de bewustwording van  mensen door te laten zien hoe de situatie is waarin militair en thuisfront verkeren voor, tijdens en na een missie, en met welke problemen zij daarbij te maken krijgen. Deze doelen hangen nauw samen omdat het noodzakelijk is dat mensen zich bewust zijn van het probleem voordat de vraag tot donaties komt. Ze moeten inzien dat hun hulp daadwerkelijk nodig is. We hebben verschillende bronnen (zowel persoonlijke verhalen als wetenschappelijk onderzoek) geraadpleegd om een zo volledig mogelijk beeld te kunnen geven aan onze doelgroep (bekijk de doelgroepanalyse voor meer informatie). Bij de eerste presentatie van ons onderwerp in college kwamen we er achter dat veel mensen geen (of een onjuist) beeld hebben bij het leven van militair en thuisfront. Dat is de voornaamste drijfveer geweest om te zorgen dat ons project zou bijdragen aan bewustwording ervan en meer draagvlak voor Defensie, met name door het gebruik van onze blog. Van Belkom (2014) stelt dat een transparant proces van groot belang is voor potentiële (in dit geval) donateurs, omdat zij als 'klant' graag willen weten wat er precies met hun bijdrage gebeurt. In het kader van die transparantie leek het ons een goed idee om de blog niet alleen met onze docenten en medestudenten te delen, maar ook met de rest van de wereld. Door de blog actief te gebruiken voor verhalen over onze voortgang èn inhoudelijke verhalen over Defensie en thuisfront, konden we de blog voor beide partijen interessant maken en kon iedereen ons werk volgen. We zijn dus actief gebruik gaan maken van storytelling om zo het belang van het dagboekjesproject aan te tonen. Een emotionele connectie kan alleen ontstaan als het verhaal achter het project bekend is.
"People tend to support nonprofits and the causes they champion because of an emotional connection" (Sachs, 2008, p. 126).

Sociale media
In 2009 hebben twee professoren aan Texas A&M University een onderzoek gedaan naar de structuur van online marketingkanalen, waaruit bleek dat met name sociale media voor een grote verandering gezorgd hebben. Door middel van deze media is het namelijk net zo gemakkelijk geworden om als individu direct contact te hebben met duizenden onbekenden, als met een enkele goede vriend (Owen & Humphrey, 2009). Sociale media hebben bovendien een aantal voordelen die voor dit project van groot belang zijn, waaronder het feit dat er gratis gebruik van te maken is (Lake, z.j.).Wij hebben dan ook actief gebruik gemaakt van deze media om zoveel mogelijk mensen naar onze blog te krijgen, maar ook om contact met (mogelijk) geïnteresseerden te leggen en onderhouden, met als doel deze mensen bij het project betrokken te maken en houden. Hulp voor Helden had bovendien veel baat bij al onze bevindingen op dit gebied, omdat zij zelf nog moesten beginnen met het opzetten van sociale media. We hebben in eerste instantie gekozen voor Facebook en Twitter en zijn later, toen we meer met afbeeldingen aan het werk gingen, ook Pinterest gaan gebruiken. Door verschillende kanalen te gebruiken zijn verschillende mensen te bereiken en daarnaast ontvangen donateurs volgens Van Leeuwen (z.j.) graag informatie via verschillende platformen.

Wat betreft Facebook en Twitter is uit verschillende bronnen gebleken dat deze twee sociale media erg krachtig kunnen worden aangewend voor onder meer het verspreiden van informatie en het opbouwen van een community. Zo stellen Lovejoy & Saxton (z.j.) dat Twitter in de eerste plaats een nuttig middel is voor non-profit organisaties om informatie over zichzelf mee te delen met volgers. Daarnaast kan het medium ook gebruikt worden voor het opbouwen van een community. Dit gebeurt door tweets te plaatsen die een interactie uitlokken, zoals wij bijvoorbeeld hebben gedaan door het retweeten van actuele nieuwsberichten rondom defensie en daarop in te haken met ons eigen project. Een laatste functie van Twitter is dat het medium gebruikt kan worden om een bepaalde actie uit te lokken, zoals donaties. Ook van deze functie hebben wij actief gebruik gemaakt, door regelmatig tweets te plaatsen waarin verwezen wordt naar de mogelijkheid tot doneren, zoals deze tweet.
Ook Facebook biedt tal van nieuwe mogelijkheden. Zo kunnen mensen in de marketing business Facebook gebruiken om interesses van de mensen die ze willen bereiken in kaart te brengen (Ramsaran-Fowdar & Fowdar, z.j.). Voor ons was deze specifieke mogelijkheid niet zo zinvol, omdat wij niet iets wilden verkopen. Wij wilden juist een bepaalde actie uitlokken, namelijk donaties. Om dat te bereiken hebben wij een pagina gemaakt, speciaal voor het dagboekjesproject, met de insteek dat mensen die hierin interesse hebben, zoals thuisfronters en veteranen, deze pagina zouden liken. Op deze manier wilden we een community opbouwen. Uit onderzoek van Ramsaran-Fowdar & Fowdar (z.j.) is namelijk gebleken dat Facebook zich goed leent voor het opbouwen van een community. Mensen ontvangen updates in hun feed, wanneer ze een dergelijke pagina liken en blijven zo up to date met de ontwikkelingen die plaatsvinden. Om die reden is Facebook dan ook een goed medium om contacten met mensen te kunnen leggen. Je kunt er meer mensen mee bereiken dan met traditionele media. Dit laatste sloot perfect aan bij het netwerken waar wij als projectgroep erg actief mee zijn geweest, bijvoorbeeld door naar Defensie in de Netwerksamenleving te gaan en daar nieuwe contacten te leggen.

Toepassing
Pinterest was voor onszelf een bron van inspiratie en afbeeldingen voor de poster van onze kick-off, en gaf anderen de mogelijkheid om ons ontwerp-proces in te zien en eventueel nieuwe ideeën in te brengen. Facebook en Twitter zijn actief gebruikt gedurende het hele project om onze blogs te delen. Op Facebook begonnen we ook met het wekelijks delen van het verhaal van een militair of thuisfronter via al bestaande blogs. Daarbij deelden we de link met een afbeelding en een citaat uit de blog dat wij vonden passen bij de ervaring en ons project, om zo mensen te stimuleren het verhaal tot zich te nemen en het belang van ons project in te zien. Ook deelden we af en toe filmpjes op Facebook. We gaven er een korte beschrijving bij en lieten vervolgens de mensen die in de video aan het woord kwamen verder hun eigen verhaal vertellen. De emotionele impact is immers groter als het verhaal direct vanuit de eerste persoon wordt verteld, dan wanneer wij het als tussenpersoon brengen. Toen we merkten dat de berichten met filmpjes goede reacties kregen vanuit onze volgers zijn we daar mee doorgegaan. Dat de filmpjes zo succesvol waren wijten wij aan de aard van het medium. Een filmpje is namelijk "gemakkelijk." Je klikt op de knop en de rest wordt voor jou gedaan. Een verhaal lezen kost meer moeite. Het merendeel van deze berichten is ook op onze Twitter verschenen, maar in 140 tekens is de beschrijving die je kunt geven erg kort, dus was dat lastiger. Twitter leende zich een stuk beter voor het delen van en communiceren over informatie met betrekking tot ons werk en de actualiteiten. Door een groot netwerk op te bouwen van mensen die zich met onderwerpen als Defensie en thuisfront bezig houden en daarover twitteren, konden wij eenvoudig relevante informatie vinden en delen en ze gebruiken om het belang van ons project te benadrukken.


Geprinte media en face-to-face contacten
Naast de sociale media hebben we ook geprinte media aangesproken om alle mensen uit onze doelgroep goed te kunnen benaderen. Daarbij lag de focus op media die zich specifiek richtten op (groepen uit) onze doelgroep, zoals het veteranentijdschrift Checkpoint en GV Present, het tijdschrift van de Geestelijke Verzorging bij Defensie dat alle militairen ontvangen. Met deze media zijn namelijk ook de mensen uit het thuisfront van die veteranen en militairen goed te bereiken en vaak zijn dit de mensen die het meest betrokken zijn bij projecten ter ondersteuning van militairen, veteranen en het thuisfront. We zijn erg actief bezig geweest met het bereiken van mensen, waaronder thuisfronters met eigen blogs en websites over hun leven, om ons project te delen, en met allerlei geïnteresseerden binnen Defensie die meer wilden weten over de dagboekjes. Zo hebben we ervoor kunnen zorgen dat vanuit verschillende kanalen de doelgroep aangesproken werd en konden we zelf ook veel uitleg geven. Met name de bijeenkomsten op verschillende kazernes zorgden voor interessante verhalen, nieuwe perspectieven, leuke contacten en natuurlijk weer interessant materiaal voor onze blog. Zo leidde elke afspraak tot weer nieuwe afspraken, ideeën en contacten.

Effectiviteit
Helaas is het nu eenmaal zo dat ideeën, zelfs als ze vanuit de theorie perfect lijken te zijn, niet altijd goed uitpakken in de praktijk. Dit hebben we op verschillende punten gemerkt in onze eigen strategie, waarbij de geprinte media het meest in het oog springende voorbeeld vormen. We wisten zowel vanuit de theorie als vanuit de praktijk van Hulp voor Helden, dat geprinte media -zoals de tijdschriften die we hebben aangesproken- goed konden werken om de juiste doelgroep te bereiken en deze mensen met het dagboekjesproject in contact te brengen. In de praktijk bleek echter dat deze media erg lastig te combineren waren met ons project, door de korte looptijd die wij hadden en de deadlines voor nieuwe tijdschriften die maanden voor de daadwerkelijke verschijning lagen. Het gevolg is dat we maar weinig geprinte media hebben kunnen gebruiken en hier uiteindelijk ook geen directe effecten van hebben kunnen zien, omdat de tijdschriften pas verschenen na de overdracht. Ook het gebruik van Pinterest kende een zeer beperkte effectiviteit. We hebben er zelf wel baat bij gehad om inspiratie en afbeeldingen te vinden en bij elkaar te houden, maar er was geen sprake van interactie. Het is uiteindelijk alleen voor onszelf een handig platform geweest.
 Het meest effectieve platform was Twitter. Via Twitter hebben we de meeste contacten gelegd en ook het grootste deel van de mensen die onze blog gelezen hebben, kwamen daar terecht via een link op Twitter. Facebook zorgde eveneens voor een redelijk aantal lezers, maar via Twitter bereikten we veel meer onbekenden, terwijl de Facebookpagina voornamelijk door vrienden en bekenden geliket werd, zonder dat er altijd een binding met het dagboekjesproject was. Twitter is een meer open platform waarop mensen allerlei onbekenden volgen op basis van berichten die ze interessant vinden. Een groot deel ziet de berichten vervolgens voorbijkomen zonder er iets mee te doen, maar we merkten dat wij toch een groot aantal retweets en reacties kregen op sommige tweets en ook het aantal mensen dat de blog en dan specifiek de donatiepagina bekeken had, steeg enorm toen we de link hiernaar vaker op Twitter gingen delen. De blog is bovendien ook erg succesvol geweest om mensen kennis te laten maken met het dagboekjesproject en de situatie van militair en thuisfront, want in enkele maanden tijd is de blog ruim 2700 keer bekeken en daar was Hulp voor Helden ons erg dankbaar voor.
"Wanneer mensen daardoor 'gepakt' worden, zijn ze in de toekomst eerder geneigd om Hulp voor Helden te steunen. Het is toch 'zaaiwerk' waarvan de 'oogst' altijd later volgt." (Cor Louwerse, directeur van Hulp voor Helden.)
Eindproducten
Dagboek voor Helden heeft verschillende producten opgeleverd. Allereerst natuurlijk deze blog en de bijbehorende pagina's op Facebook, Twitter en Pinterest. Ook heeft het project bijgedragen aan onze persoonlijke ontwikkeling wat betreft het strategisch gebruik van sociale media. Margaret heeft met name inzicht verkregen in hoe je Twitter en Facebook strategisch in kunt zetten om een community op te bouwen van mensen die geïnteresseerd zijn in wat jij te vertellen hebt. Met name het gebruik van Twitter heeft zij als erg waardevol ervaren, omdat Twitter voor erg uiteenlopende doelen kan worden gebruikt. Zij vond het daarbij ook erg bijzonder dat slechts 140 tekens zo'n invloed kunnen uitoefenen op de mensen die jou volgen via dat medium. Zij ging er namelijk van uit dat een lang verhaal meer indruk zou maken, omdat je daar meer inhoud en emotie in kwijt kunt. Dat bleek niet per se zo te zijn. Daarnaast is zij de kennis en ervaring die ze tijdens deze cursus heeft opgedaan gaan gebruiken in haar privéleven, namelijk om haar vriend te helpen bij het opzetten van een Facebookpagina voor de schutterij waar zij beiden lid van zijn. Ook heeft Margaret uitgebreid inzicht gekregen in de situatie van militairen en thuisfront. Zij is zich hier meer in gaan verdiepen en heeft er nu zelfs voor gekozen om zich als vrijwilliger in te blijven zetten voor Hulp voor Helden.
Ook Eva gaat door als vrijwilliger en zij heeft bovendien veel contacten opgedaan die haar kunnen helpen bij haar ervaringen als thuisfronter en een mogelijke stage binnen de Defensie-organisatie. Dit is dan ook het vlak waarop zij de grootste ontwikkeling heeft doorgemaakt. Zij heeft binnen het project veel gedaan aan het netwerken met mensen binnen defensie en met andere thuisfronters, waardoor zij op dit vlak dan ook erg is ontwikkeld en een echte netwerker is geworden. Ook Eva heeft zich daarnaast ontwikkeld ten opzichte van de waarde die zij aan sociale media toekent. Waar zij zich voor aanvang van het vak mediawijsheid niet zo bezig hield met sociale media, heeft zij door dit vak geleerd dat sociale media een belangrijke aanvulling kunnen vormen op reguliere media, zeker wanneer je het hebt over het willen verspreiden van een bepaalde boodschap, of fondsenwerving van een goed doel.
Het project heeft dus zowel nieuw werk als nieuwe perspectieven opgeleverd. Een meer meetbaar resultaat is het bedrag aan donaties dat opgehaald is. Dit betrof op de datum van overdracht (26-05-2015) €110,-. Op het moment van schrijven is de blog 2.732 keer bekeken, zijn er 88 likes op Facebook en 180 volgers op Twitter.


Advies aan Hulp voor Helden

Op basis van de ervaringen en kennis die wij hebben opgedaan met dit project en de literatuur die hierbij aansluit, kunnen wij een aantal punten van advies opstellen voor Hulp voor Helden. Na afloop van het collegejaar zal een bijeenkomst plaatsvinden met onze contactpersoon Jos Brouwer en directeur Cor Louwerse om deze adviezen te bespreken. Mogelijk worden sommige dingen al gedaan of passen ze in de praktijk juist niet in de organisatie. Door ons vrijwilligerswerk voor Hulp voor Helden kunnen we er zelf aan bijdragen dat er echt nuttige ideeën boven tafel komen en daadwerkelijk gebruikt worden in de organisatie.
De banner van het dagboekjesproject op de website van Hulp voor Helden
  • Twitter is aangemaakt door Hulp voor Helden, maar moet actief gebruikt worden. Meer mensen volgen en meer berichten plaatsen, maar ook meer retweeten en reageren op tweets van anderen met het oog op interactie met de doelgroep.
  • Er kan (via Twitter, Facebook, de blog/website) meer ingespeeld worden op actualiteiten, met name met betrekking tot onderzoek naar het thuisfront.
  • Op de website zou ruimte kunnen komen voor reacties van donateurs én mensen die geholpen zijn door de verschillende projecten van Hulp voor Helden. Dit kan ook weer gedeeld worden op sociale media en draagt bij aan de levendigheid van de projecten.
  • De banners op de website met foto van een militair en een citaat kunnen uitgebreid worden met een stukje van de betreffende militair als inleiding bij de project-pagina.
  • Als de webshop eenmaal online is, zullen potentiële klanten het fijn vinden om reviews van eerdere klanten te kunnen lezen over het product, de levering en de service.
  • Op de website zijn veel doorverwijzingen nog afwezig, daar moet op gelet worden. (Bijv. 'klik hier voor meer informatie', zonder dat er een link in zit.)
  • De blog op de website werkt zo alleen voor mensen die de organisatie al kennen. Via sociale media kunnen nieuwe contacten gelegd worden. De blog, website, een specifiek project of een bericht over Hulp voor Helden laten delen door andere mensen op blogs en social media kan ook weer nieuwe mensen naar de organisatie brengen.
  • Persoonlijke verhalen direct vanuit militairen, veteranen en thuisfront geven het beste beeld van wat zij meemaken. Speel daar op in via blogs, boeken en vooral ook foto's en filmpjes!
  • Ruimte voor creativiteit is altijd een pluspunt. Daarin kunnen wij ons nog onderscheiden (Hameeteman, 2011). Met meer direct beschikbare informatie over mogelijke hand- en spandiensten en andere creatieve vormen van bijdragen, kunnen meer mensen betrokken worden bij Hulp voor Helden. Niet iedereen houdt er namelijk van om een geldbedrag te doneren.
  • Netwerken is van groot belang. Aanwezig zijn op evenementen waar (een deel van) de doelgroep aanwezig is, werkt altijd goed (zowel voor het leggen van contacten als het binnenhalen van donateurs). Een bekende persoon/naam/merk/product/evenement aan het goede doel verbinden, zowel als sponsor/donateur als vertegenwoordiger, kan ook veel opleveren. Belangrijk is om echter ook online te netwerken en gebruik te maken van de kennis die aanwezig is, ook al bevindt die zich misschien buiten de organisatie of zelfs buiten het land.

"Zelfs een vage vraag stellen is goed, want daarmee daag je mensen uit om mee te denken" (Roemen & Koerts, 2011, p. 15).

Bronvermelding

Hameeteman, R. (2011). Yellow & Blue. De juiste mix van inventiviteit en structuur. Amsterdam, Nederland: Business Contact.
Lake, L. (z.j.). 5 Benefits non profit organizations gain from social media marketing. Geraadpleegd op http://marketing.about.com/od/nonprofitmarketing/a/5-Benefits-Non-Profit-Organizations-Gain-From-Social-Media-Marketing.htm
Lovejoy, K., & Saxton, G. D. (z.j.). Information, Community, and Action: How nonprofit Organizations Use Social Media. Opgehaald van arxiv.org/: http://arxiv.org/ftp/arxiv/papers/1204/1204.3230.pdf
Owen, R., & Humphrey, P. (2009). The structure of online marketing communication channels. Journal of Management and Marketing Research, 2, 54-62.
Ramsaran-Fowdar, R. R., & Fowdar, S. (z.j.). The Implications of Facebook Marketing for Organizations . Opgehaald van cmr-journal.org: http://www.cmr-journal.org/article/download/9710/pdf_1
Roemen, N., & Koerts, F. (2011). Durftevragen. Zaltbommel, Nederland: Haystack.
Sachs, J. (2008). Telling stories that make an emotional connection. In B. Rigby, Mobilizing Generation 2.0 (pp. 125-128). San Francisco, CA: Jossey-Bass.
Van Belkom, R. (2014). Het merk voorbij. Handboek voor identiteit en imago. Bussum: Coutinho
Van Leeuwen, A. (z.j.). Non-profit online. Opgehaald van Blackboard:
https://edubb.uvt.nl/bbcswebdav/pid-1197050-dt-content-rid-3446175_1/courses/820134-2014-2015/Non-Profit-Online-v1.pdf

No comments:

Post a Comment