Friday 29 May 2015

#Defnet15

Dankzij een toevallige blik op de tweet van Hans Damen waren de dagboekhelden ineens uitgenodigd voor Defensie in de Netwerksamenleving, ofwel Defnet15 op de Kromhoutkazerne in Utrecht afgelopen woensdag. Door wat technische problemen met het vervoer, kon Margaret uiteindelijk niet meer aanwezig zijn, maar Eva is er wel de hele dag geweest. Hieronder volgt haar verslag van de dag, met uiteraard de focus op relevante informatie voor Dagboek voor Helden!

Strookjes voor mijn vier workshops
Toen ik nog voor vijf uur 's ochtends opstond, vroeg ik me even af waarom ik dit ook weer vrijwillig deed. Dat heb ik me verder geen moment meer afgevraagd, want de hele dag was absoluut alle moeite en energie waard. Na een paar uur reizen kwam ik aan bij de kazerne. Aldaar bleek alleen Margaret op de lijst van genodigden te staan, maar de behulpzame militairen bij de wacht konden me gelukkig toch van een bezoekerspas voorzien. Eenmaal binnen in de centrale hal koos ik de strookjes uit voor de workshops die ik wilde gaan volgen. Kort daarop raakte ik in gesprek met Vincent, een luitenant-kolonel waar ik het prima mee kon vinden. De rest van de dag hebben we zo'n beetje met elkaar opgetrokken tussen de workshops door en hij heeft me aan verschillende mensen voorgesteld. Het eerste netwerken was een feit!

Unlocking the future now
Organisator Hans Damen opende het evenement en gaf al snel het stokje over aan Ronald van den Hoff -bekend van onder meer Seats2Meet- voor de keynote: Unlocking the future now. Een boel nieuwe informatie kwam voorbij en hij schetste een beeld van de mogelijkheden die de vele ontwikkelingen bieden, waarbij hij zowel positieve als negatieve scenario's niet onbelicht liet. "Verzetten tegen vernieuwing heeft geen zin, je moet het omarmen", stelt Van den Hoff. "Er zijn altijd mensen die permanent Grieks blijven studeren. Da's ook prima. De rest leert 'just in time, just enough'." Cursussen -bij voorkeur gratis, online: Massive Open Online Course (MOOC)- worden steeds meer gebruikt om geen volledige studies te hoeven volgen, maar de specifieke benodigde kennis te verkrijgen voor een bepaald project of een nieuwe functie. "Een leven lang leren is al een feit."
Ronald van den Hoff over Society 3.0

Uitzendmentaliteit in Vredestijd
Het leren werd onmiddellijk voortgezet in de workshops die volgden. De eerste was mijn favoriet, omdat er daadwerkelijk gebruik werd gemaakt van de aanwezige kennis en nieuwe perspectieven door de deelnemers mee te laten denken over het onderzoek van TNO en Jong Defensie naar adaptiviteit bij Defensie. Door middel van een klein puzzeltje werd het belang van 'out of the box'-denken duidelijk gemaakt en vervolgens werd in groepjes overlegd over verschillende thema's. Deze thema's kwamen uit het boek Verdraaide Organisaties van Wouter Hart, waarin aangegeven wordt dat organisaties meer vanuit de bedoeling moeten gaan werken en minder vanuit het doel, om betere resultaten te behalen. Kern is dat de systeemwereld van regels en richtlijnen de bedoeling moet ondersteunen. In veel organisaties is die systeemwereld te bepalend geworden en kan de bedoeling niet meer bereikt worden. Dat moet teruggedraaid worden en bij werken vanuit de bedoeling kan de systeemwereld aangepast worden als die niet meer voldoet om de bedoeling te bereiken, in plaats van de bedoeling aan te passen aan de regels van de systeemwereld. Belangrijke punten die daarbij besproken werden zijn de overgang van veel regels en hoge tolerantie, naar minder regels met daarbij een lagere tolerantie voor het breken ervan, de overgang die daarmee samenhangt van weinig naar veel vertrouwen in de werknemers in hun eigen creativiteit en verantwoordelijkheid, en de overgang van risico mijden naar risico nemen om de juiste kansen te kunnen grijpen. Het voornaamste punt voor Dagboek voor Helden is de overgang van antwoorden naar vragen. Het is niet nodig om over te komen alsof je altijd alles weet. In een cultuur waar je vragen durft laten bestaan en zelfs te laten sudderen en er dingen mee gaat doen, wordt de bedoeling veel sterker en kun je er als organisatie voor zorgen dat mensen zelf gaan nadenken over het onderwerp en er zo meer van leren dan met een zo snel mogelijk gegeven antwoord.

Fatou van den Hoff: "Je bent 24 uur per dag burger."

Grens van de vrijheid
De tweede workshop was van Fatou van den Hoff (overigens geen familie van Ronald), adviseur Vrijheid van Meningsuiting en bovendien: jurist! Dat was het belangrijkste punt in deze workshop, want het zorgde ervoor dat de focus van de discussie bleef liggen op de wettelijke (grenzen van) vrijheid van meningsuiting, met name gericht op ambtenaren en militairen. Zo verzandde de discussie niet in de toch altijd persoonlijke ideeën over waar de grenzen zouden moeten liggen, maar leerden we met zijn allen nieuwe dingen over hoe het officieel geregeld is, met daarbij voorbeelden uit de praktijk van ambtenaren die in het nieuws kwamen met betrekking tot de grenzen van vrijheid van meningsuiting. De opvallendste conclusie was dat ambtenaren wettelijk eigenlijk een veel bredere vrijheid van meningsuiting hebben dan burgers, maar dat zij er slechts een smal stuk van gebruiken. Burgers daarentegen kunnen door hun werknemer bijvoorbeeld wel een spreekverbod opgelegd krijgen -dat is bij ambtenaren niet toegestaan- en hebben zo een veel smallere vrijheid, maar zij gebruiken vaak een veel breder stuk.

Netwerklunch
Deployment-Box van FitnessRAW
De lunch was behalve erg lekker, ook nog informatief. Voor geïnteresseerden in zware sport en militairen die ook op uitzending hun conditie op peil willen houden, was er een stand van FitnessRAW. Ik sprak Peter Wortman, één van de oprichters, en hij vertelde enthousiast en open over de ontwikkeling en toepassing van het materiaal, maar eveneens over hoe hij bij Defnet15 terechtgekomen was. Vanuit ons gesprek over de organisatie van de dag en het 3.0 concept, zijn we nog tot een aantal verbeterpunten gekomen die inmiddels aan de organisatie doorgegeven zijn. Dat levert vast weer mooie nieuwe dingen op voor een mogelijk vervolg.

Er waren deze dag echter ook al genoeg mooie dingen aanwezig, zoals de stand van het Veteraneninstituut waar ik een militair sprak die de verschillende werkzaamheden uitlegde en me een aantal zeer interessante boeken meegaf over de liefdesrelaties van militairen en hun partners (Van den Broek, 2008) en de verwerking van oorlogservaringen van veteranen (Van Iersel & Bijkerk, 2007).



Een derde stand die ik bezocht was van e-office en work21, organisaties die bedrijven stimuleren gebruik te maken van digitale werkplaatsen, de kenniseconomie en de sociale verbindingen tussen collega's. Daarbij is ook de AskApp interessant. Het concept doet denken aan dat van durftevragen, waarbij eveneens het gebruik van kennis van anderen door het stellen van vragen gestimuleerd wordt (Roemen & Koerts, 2011). CEO van e-office en medeoprichter van work21 Roland Hameeteman (2011) heeft een boek geschreven over de verhouding tussen de mens en het proces in succesvolle organisaties en hoe andere organisaties die balans ook kunnen bereiken. Dit kan voor Dagboek voor Helden, maar met name de overkoepelende organisatie Hulp voor Helden, ook goed bruikbaar zijn, dus ook dit boek is meegekomen.


Tijdens de lunch was er ook een bijeenkomst van internetdominee Fred Omvlee, die vertelde over online bezinning voor militairen en hun thuisfront. Onderstaand filmpje geeft mooi weer hoe de kerk online kan werken.

Van vele lege flessen wijn tot top 10 app
Hans Haack, directeur Sensus-methode en medeoprichter Diffusio Novarum B.V., ging verder in op het gebruik maken van netwerken en het stellen van vragen. Hij heeft samen met drie anderen een inmiddels zeer succesvolle process modeller app gecreëerd. Daarbij hebben ze samengewerkt met mensen van over de hele wereld voor het ontwikkelen en later vertalen van de app, terwijl ze die mensen vaak niet eens ooit fysiek ontmoet hebben. "Waarom zou je eigenlijk een programmeur in Nederland moeten hebben?" Een mooi voorbeeld van creatief en innovatief denken en werken in een informele setting met borrels, spontane ideeën en persoonlijke leerdoelen.


It takes two to tango
Bedrijfskundigen René Braam en Jeroen Wierenga vertelden over het Land Maintenance Initiative: "een platform gebouwd op de wil om naar elkaar te luisteren en elkaar te begrijpen als partners in de instandhouding van landsystemen". Door processen en gegevens transparanter te maken, kunnen netwerken over de organisatiegrenzen heen steeds beter functioneren. In dit geval betrof het specifiek de samenwerking tussen de landmacht en verschillende bedrijven, maar ook allerlei andere organisaties kunnen onderlinge netwerken vormen. Hulp voor Helden heeft bijvoorbeeld verschillende projecten lopen die samenhangen met weer andere organisaties zoals Stichting Anjerveteranendag en Hulphond Nederland. Braam en Wierenga stellen dat de samenwerking beter kan verlopen als er bij beide organisaties meer vertrouwen is in de ander en men bereid is samen te werken ook al is niet exact duidelijk wat of hoe groot de winst uiteindelijk zal zijn. Dit zijn weer punten die bij TNO en Jong Defensie ook werden aangehaald. Bovendien helpt het om beter te communiceren en de gebruikte systemen en databanken op elkaar af te stemmen, zodat voor beide partijen transparant is hoe de ander ervoor staat en ook alle informatie bij elkaar blijft en voor iedereen beschikbaar is.

Your song powered by humanism
De laatste spreker van de dag was Amy van Son. Zij vertelde haar verhaal, in het kader van het project Your song powered by humanism, waarbij de verhalen van veteranen verteld worden en in samenwerking met een artiest vertaald worden naar een lied. Vervolgens vertelde zij kort het verhaal van Johan de Jonge: "Gewondenverzorger Johan de Jonge is 21 jaar als hij door de Serviërs gevangen wordt genomen tijdens de val van de enclave Srebrenica.". Afsluitend volgde de vertaling hiervan naar het nummer 'Eyes Open Wide', door Aniek Maren. Zij en De Jonge kwamen samen het podium op en toonden precies waar Your Song voor staat: "door verhalen te delen, delen we ons leven".


Maurice van Bokhoven over de FlirtFactor
Bitterballenspeeddate
Bij een bijeenkomst die draait om netwerken kan een borrel achteraf eigenlijk niet missen. De inwendige mens werd opnieuw goed verzorgd dankzij de gesponsorde catering en de relatief informele sfeer maakte het makkelijk om mensen aan te spreken en nieuwe contacten te leggen. Net zoals eerder op de dag merkte ik dat ik vrij vaak aangesproken werd door mensen. Als enige student en waarschijnlijk ook de jongste aanwezige zal ik wel opgevallen zijn. Veel mensen vroegen zich af of ik ook al bij defensie werkte (helaas, nee), en hoe ik op de conferentie beland was. Dat gaf mij gelijk een goede kans om mijzelf èn het dagboekjesproject van Hulp voor Helden op de kaart te zetten. Zoals eerder gezegd trok ik ook weer op met overste Vincent. Hij was naar een aantal workshops geweest die ik niet in mijn programma had zitten, maar die me wel degelijk interessant leken. Maurice van Bokhoven, initiator van The Ambassador House, gaf een workshop onder de titel 'Zakelijk Flirten'. "Kennis delen is kennis maken", stelt hij. Bij het platform The Ambassador House ligt de focus ook op het verbinden. "Succes krijg je door de focus te leggen op aanwezige expertise en talent." Deze informatie zou ik gemist hebben, ware het niet dat Vincent mij aan Maurice voorstelde tijdens de borrel en we zo met elkaar in gesprek raakten. Het is zijn missie om mensen anders te laten denken, en deze dag was daar bij uitstek voor geschikt. Een ander pluspunt van de dag is de vele aandacht voor netwerken, contacten leggen en mediagebruik, want via Twitter heb ik ondertussen kunnen regelen dat ik alsnog de powerpoint van de workshop Zakelijk Flirten ontvang. Daarnaast heb ik een heleboel nieuwe contacten gelegd binnen Defensie en het bedrijfsleven die via Facebook, Twitter en LinkedIn goed bij te houden zijn, en die later vast nog wel eens van pas kunnen komen. Al is het maar voor nog eens zo'n leuke borrel.

Meer Defnet15?
Voor wie meer wil zien/lezen/horen/weten van Defensie in de Netwerksamenleving 2015, is het allereerst interessant om op Twitter te kijken naar #defnet15. Daarnaast is er een leuk verslag van Marie Louise gemaakt met allerlei posts op Twitter. Uiteraard is er vanuit Defensie ook een officieel nieuwsbericht verschenen. Met dank aan het Mediacentrum Defensie zijn ook professionele foto's online te vinden en is er zelfs een videoverslag op Youtube.

Bronvermelding


Hameeteman, R. (2011). Yellow & Blue. Amsterdam, Nederland: Business Contact.
Hart, W. (2015). Verdraaide organisaties.  Deventer, Nederland: Vakmedianet Management B.V.
Roemen, N, & Koerts, F. (2011). Durftevragen. Zaltbommel, Nederland: Haystack.
Van den Broek, P. (2008). Liefde onder vuur. Utrecht, Nederland: Nieuwland.
Van Iersel, A.H.M., & Bijkerk, R.O.F. (2007). Herinneren en herdenken. Budel, Nederland: Damon.

Thursday 28 May 2015

Overdracht


Afgelopen dinsdag zijn we bijeengekomen met de directeur van Hulp voor Helden, Cor Louwerse, om ons project officieel over te dragen aan het goede doel. Tijdens die bijeenkomst hebben we een aantal zaken besproken en die worden in deze blog op een rijtje gezet.

Allereerst hebben we het gehad over de functie die de verschillende media voor ons hebben uitgeoefend. Het meeste verkeer van de links naar de blog was afkomstig van Twitter. Ons vermoeden daarbij is dan ook dat dit in de aard van het medium zit; Twitter is namelijk in onze ervaring bij uitstek een medium geweest dat zich goed leent voor het inspelen op actualiteiten met een kort berichtje, en daaronder een link naar onze blog. De blog die we hebben bijgehouden bleek het meest geschikt voor een stukje bewustwording: waarom is dit nu een probleem? Dat heeft natuurlijk alles ermee te maken dat militairen niet gezien worden in de samenleving als hulpbehoevend; zo presenteren ze zichzelf ook niet. Dat is nu juist waar het stukje informatieoverdracht komt kijken. Je wilt het publiek laten weten dat ze inderdaad niet zielig zijn, maar desondanks toch hulp kunnen gebruiken op sommige gebieden. Daarnaast is er de bewustwording van het nut dat de dagboekjes hebben. Dat zit niet zozeer in het schrijven zelf, want daartoe kun je ook zelf een notitieboekje en een pen meenemen, als wel in de stimulatie om te gaan schrijven.

Er waren ruim 500 mensen die onze pagina ‘donaties’ op de blog hebben bekeken. Daaruit zijn echter maar vier concrete donaties voortgevloeid. Ons leek dat weinig, maar volgens Cor Louwerse past dit eigenlijk precies in het profiel. Via de traditionele weg, dus met behulp van allerlei papieren hulpmiddelen, mag je een respons van zo’n 1.5% verwachten en met vier donaties op 500 mensen die ons bericht hebben bekeken zit je net onder de 1%. Ons originele streefbedrag is natuurlijk ontstaan vanuit een stukje ambitie, alsook vanuit een gevoel van noodzaak. Een stukje symboliek speelde dan ook zeker een rol. Met vier donaties mag je echter zeker niet ontevreden zijn. Zeker ook wanneer je de hoogte van de gedoneerde bedragen bekijkt. De gemaakte donaties waren bedragen van €10,- of meer. Het hoogst gedoneerde bedrag was zelfs €50,-. Vanuit de vakliteratuur hadden we juist microgiften verwacht, omdat dat meer past bij de generaties die het meest gebruik maken van het internet. Deze hoge bedragen waren daarom een erg interessante afwijking daarvan.

Op Facebook hebben we veel reacties gehad naar aanleiding van onze Kick-Off en daaruit kwam onder andere naar voren dat mensen vaak geneigd zijn om hun dagboekjes, brieven en andere communicatie gedurende een missie achteraf te bewaren en te bundelen als herinnering voor later. Handgeschreven verhalen vinden veel mensen persoonlijker en de praktijk leert dat digitale communicatie meestal niet wordt geprint om deze fysiek te bewaren. Cor Louwerse gaf bovendien ook het volgende voorbeeld: “Iemand had bij zijn overleden opa op zolder een bundel brieven gevonden uit de oorlog, met daarin gedetailleerde beschrijvingen van zijn ervaringen tijdens de oorlog. Die verhalen hebben er uiteindelijk toe geleid dat de overledene postuum nog een onderscheiding toegekend heeft gekregen op basis van zijn handelen in de oorlog. Brieven worden sneller bewaard en later nog eens gelezen omdat ze meer emotionele waarde hebben.”

Naast de toenemende aandacht voor defensiepersoneel is ons ook opgevallen dat er weer meer aandacht komt voor het thuisfront. Een voorbeeld daarvan is de reportage van Dagblad van het Noorden en de Leeuwarder Courant, waarbij twee verslaggevers een half jaar lang vier militairen en hun gezinnen volgden om te zien wat voor impact een uitzending heeft op het gezinsleven. Met zoiets bereik je zowel de thuisfronters, als mensen die niet in die situatie zitten en die anders misschien amper wat van Defensie mee krijgen. Op die manier creëer je dan ook binding in de samenleving. Naarmate er meer uitzendingen zijn en dat dus ook meer terugkomt in de pers, lift je daar als goed doel ook op mee, aldus Cor Louwerse. Dat is natuurlijk logisch, want al die berichten creëeren buzz. Zelf hebben we vooral meegelift op algemene nieuwsberichten en praktijkverhalen van militairen, veteranen en thuisfronters. Je kunt zelf namelijk nooit zo goed een verhaal vertellen als de persoon die het echt heeft meegemaakt.

Uit ons project zijn ook voor Hulp voor Helden een aantal nieuwe inzichten voortgevloeid. Allereerst het inzicht dat actievoering via blogs geen gouden bergen oplevert. Het gaat op gelijke tred met wat de gedrukte media opleveren. Het zijn dezelfde mensen die de boodschap ontvangen en die reageren niet anders wanneer ze iets op Twitter lezen of in de bus krijgen. Daarnaast is een ander inzicht dat er wel heel erg veel gebeurt op sociale media. Er is veel meer te doen en te halen dan vroeger. Dat wij uitgerekend bij Hulp voor Helden uitkwamen met dit project was voor hen ook een bevestiging van die nieuwe naam; die was namelijk nog maar net in de lucht toen wij kwamen en daar iets mee wilden doen, dus dat bevestigde dat die naam veel pakkender werkt. Cor Louwerse: “Hé, het werkt dus kennelijk. Je kan er dus jonge mensen mee aanspreken.” Ze willen ook juist veel meer jonge mensen en militairen zelf aan de projecten binden. Veel militairen gaan na 10-15 jaar uit het leger, maar dragen er altijd iets van met zich mee. Veel nieuwe veteranen zijn bovendien tussen de 25 en 30 jaar oud. Die mensen kunnen geholpen worden met het dagboekjesproject, maar zij en hun thuisfront zijn bovendien mogelijk zelf ook geïnteresseerd in het steunen van het project.

Opvallend is dat Defensie elders wel meer leeft in de burgermaatschappij, bijvoorbeeld in Amerika. Daar zijn erg veel organisaties actief ten behoeve van het welzijn van militairen en zijn er bijvoorbeeld mensen die regelmatig contact hebben via brieven met een -hen verder onbekende- uitgezonden militair. De uitzendingen duren daar vaak ook langer, dus dan is het belangrijk om die verbondenheid te voelen en regelmatig contact te kunnen hebben met 'buiten'. In Nederland duren de uitzendingen dan wel minder lang, maar het speelt ook minder in de samenleving en er is minder aandacht voor. 

Al met al was onze overdracht een geslaagde bijeenkomst, waar Eva en ik met plezier op terugkijken. Nu is het tijd om ons bezig te gaan houden met de afronding van het project.

Wij met directeur Cor Louwerse van HvH.