Thursday 12 February 2015

TACTICS-analyse.

Een onderdeel van onze ondersteuning aan het dagboekjes-project van Hulp voor Helden, houdt in dat we een analyse maken volgens het TACTICS-model, zoals dat is bedacht door Rudy van Belkom in zijn boek Het merk voorbij (2014). TACTICS is uiteraard een ezelsbruggetje, dat staat voor Transparent, Authentic, Consistent, Trustworthy, Interactive, Conscious en Service-oriented. Deze punten worden hieronder nader besproken in relatie tot ons goede doel.

Transparent houdt in dat het inzichtelijk is voor buitenstaanders wat er binnen de organisatie speelt. Op dit vlak is er wat ons betreft nog aardig wat te winnen voor Hulp voor Helden. Het is nu bijvoorbeeld wel duidelijk waar ieder project voor dient en wat zij ermee willen bereiken, maar waar het geldbedrag dat opgehaald moet worden om de projecten te realiseren precies in gaat zitten staat bijvoorbeeld niet op de website. Ook de aard van de donaties, bijvoorbeeld de aandelen particuliere bijdragen en de aandelen bijdragen vanuit organisaties, is onbekend. Met name het eerste, waar het opgehaalde geld precies aan besteed wordt, zou meer transparantie creëren. Het is dan voor belangstellenden, potentiële donateurs dus, duidelijker wat er precies met hun geld gaat gebeuren. Bij ons dagboekjesproject willen wij dan ook een overzicht geven van de daadwerkelijke kosten voor productie en uitgave van de dagboekjes en hoeveel militairen en 'thuisfronters' er door bijdrage aan onze actie daadwerkelijk geholpen kunnen worden met een set dagboekjes en een schrijfcassette.

Authentic staat voor de vraag hoe echt, origineel, eerlijk en authentiek iets is. Volgens Joseph Pine en James Gilmore (in: Van Belkom, 2014) twijfelen klanten steeds meer aan de echtheid van wat zij voorgeschoteld krijgen door bedrijven. Onderdeel van onze beleveniseconomie is dat belevenissen gepland en in scène gezet zijn. Zodoende kan er veel winst geboekt worden door organisaties wanneer zij inzetten op hun authenticiteit. Op het gebied van authenticiteit staat Hulp voor Helden al vrij sterk, maar toch zou het nog beter kunnen. 'Waarom is er eigenlijk specifieke hulp nodig voor militairen?', kan een belangstellende bijvoorbeeld denken, 'of: 'militairen kunnen toch ook bij reguliere hulpverlening terecht als het niet goed gaat?' of: 'Defensie pakt het welzijn van de militairen toch op, waarom is er dan een extern goed doel nodig?' Daarom is het van belang dat nog meer naar voren komt op welke gebieden extra hulp nodig is en waarom dit zo is. Ook het unieke karakter van het militaire leven, voor de parate militairen, de 'thuisfronters', en de veteranen, mag nog meer naar voren komen uit de website van Hulp voor Helden. Op die manier kan duidelijk gemaakt worden aan belangstellenden dat het voor mensen met zo'n uniek leven erg prettig is om op een manier geholpen te worden die specifiek bij hen past. Op onze blog en onze social media kanalen willen we dit opvangen door persoonlijke verhalen te plaatsen over de daadwerkelijke ervaringen van militair en thuisfront. Dit onderstreept het belang van de actie. Reacties van mensen die de dagboekjes al eens gebruikt hebben, dragen hier ook aan bij.

Consistent houdt de verschoven machtsverhouding tussen organisaties en consumenten in. Concreet betekent dit dat de tijd van massacommunicatie voorbij is. Organisaties moeten hun communicatie aanpassen aan de mentaliteitsgroep die zij willen bereiken en het model daarvoor consistent toepassen. Er zijn vijf verschillende communicatiemodellen te onderscheiden:

1. Aanbodgerichte communicatie
2. Vraaggestuurde communicatie
3. Vraaggerichte communicatie
4. Peer-to-peer communicatie
5. Apple-to-peer communicatie (Van Belkom, 2014).

Toegepast op Hulp voor Helden kunnen we concluderen dat zij gebruikmaken van aanbodgerichte communicatie. Zij bepalen de inhoud van de website, waardoor ze eventuele input en tips van belangstellenden missen. Wel is het mogelijk om via de website contact met de organisatie op te nemen en zo bijvoorbeeld vragen te stellen. Ons advies zou zijn om juist in te zoomen op die mogelijkheid tot vragen te stellen en te gaan voor een vraaggerichte communicatie, waarbij de organisatie en eventuele donateurs of belangstellenden met elkaar in dialoog kunnen gaan. Dit zorgt ervoor dat waardevolle ideeën van mensen die niet direct betrokken zijn bij de organisatie toch een rol mee kunnen spelen. Ook geeft dit Hulp voor Helden een persoonlijker karakter. Je kunt er immers als je wilt zo mee in contact treden. Dit is goed mogelijk door gebruik te maken van social media en met onze opdracht verkennen wij dit veld voor Hulp voor Helden.

Trustworthy houdt in dat organisaties het vertrouwen van de klanten moeten (terug)winnen. Een gevolg van de economische crisis is namelijk dat de bereidheid om nieuwe aankopen te doen van de Nederlandse consument vrij laag ligt. Dat leidt er dan weer toe dat het voor organisaties steeds moeilijker wordt om het hoofd boven water te blijven houden. In een dergelijke situatie die weinig geruststelling biedt, is het van belang dat consumenten zekerheid wordt aangeboden (Van Belkom, 2014).
Op het vlak van trustworthiness is voor Hulp voor Helden nog veel te winnen, bijvoorbeeld door een jaarnota online te zetten, zodat het voor mensen die belangstelling hebben voor het goede doel inzichtelijk is hoe het precies met hen gaat; of zij niet over de kop dreigen te gaan. Ook valt hieronder een uiteenzetting van waar het gedoneerde geld precies naartoe gaat. Dat geeft een donateur of belangstellende namelijk de zekerheid dat zijn of haar gift goed gebruikt wordt. Voor scepsis over waar het geld uiteindelijk voor gebruikt wordt is dan geen plaats meer.

Interactive houdt in dat organisaties zich in hun interacties met het publiek bewust moeten zijn van hun beoogde doelpubliek. In Het merk voorbij (2014) maakt van Belkom een onderscheid in vier generaties: babyboomers (geboren tussen 1945-1960), generatie x (geboren tussen 1960-1973), generatie y (geboren tussen 1973-1987) en generatie z (geboren tussen 1987-2001). Het mag voor zich spreken dat mensen die behoren tot deze verschillende generaties ook anders met de verschillende beschikbare media omgaan.
Hulp voor Helden is er goed in geslaagd te communiceren met generaties y en z. Ze gebruiken veelal technologische middelen, zoals een website, twitter en de mogelijkheid tot e-mailcontact bij vragen. Door voor deze communicatiemiddelen te kiezen wordt een deel van generatie x misschien vergeten. Dit is immers de generatie die de opkomst van computers heeft meegemaakt en niet iedereen heeft zich daar even goed aan aangepast. Ook worden de babyboomers met deze benadering vergeten. Het zou dan ook het overwegen waard te zijn om naast het gebruik van online media ook offline media te hanteren. Daarbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het adverteren in een gratis krant, zoals Metro of Spits, of het actief verspreiden van foldertjes met informatiemateriaal.

Conscious houdt in dat er een verschuiving heeft plaatsgevonden van materiële naar immateriële waarden en dat die verschuiving ook in de toekomst zal doorzetten. De consument wordt zich er zodoende ook steeds bewuster van dat zij een interne strijd voeren tussen het doen van impulsaankopen en het willen doen van het goede. Deze bewustwording kent drie vormen:
1. 'Zelfbewustwording'
2. Omgevingsbewustwording
3. Mondiale bewustwording (Van Belkom, 2014).

Wat Hulp voor Helden betreft richten zij zich vooral op het omgevingsbewustzijn; de impact die producten hebben op de samenleving. In het geval van Hulp voor Helden is dat de hulp aan militairen, veteranen en 'thuisfronters'. Samen vormen zij een aandeel van de samenleving en hen hulp aanbieden komt de samenleving ten goede. Daarnaast wordt door hen ook ingezet op 'zelfbewustwording'. Het is immers een goede daad om te schenken aan een goed doel, iets waar de consument zich goed over kan voelen, trots zelfs. Het stukje mondiale bewustwording zou nog sterker kunnen bij Hulp voor Helden. Hierbij gaat het om (negatieve) effecten die de organisatie heeft op het milieu. Nu is Hulp voor Helden natuurlijk een lokale organisatie, maar zij kunnen wel aan belangstellenden laten zien wat hun eventuele impact is op de planeet en hoe zij deze zo klein mogelijk willen houden.

Service-oriented houdt in dat de consument steeds meer het heft in eigen handen neemt. Dat is een verandering ten opzichte van het verleden, waarin garantie, voordeel en klantcontact juist de belangrijkste plekken innamen. Consumenten zijn tegenwoordig steeds kritischer en verwachten een hoog service-niveau van bedrijven. Consumenten willen snel, vriendelijk en correct geholpen worden. Meerdere keren contact op moeten nemen met een bedrijf wordt bijvoorbeeld al als erg negatief ervaren.
Op dit aspect doet Hulp voor Helden het erg goed. Op de website is snel toegang te verkrijgen tot een contactformulier, waarmee iemand snel contact op kan nemen met de organisatie als ze ergens vragen over hebben. Onze eigen ervaring is dat ze erg snel reageren op mailtjes en ook telefonisch goed benaderbaar zijn.

Concluderend kan dus gesteld worden dat Hulp voor Helden een aantal aspecten in zich heeft die al erg sterk zijn, maar dat er nog ruimte is tot verbetering, bijvoorbeeld in het benaderen van de verschillende generaties die binnen onze samenleving functioneren. Natuurlijk is dit nog maar een voorlopige benadering. Aan de hand van informatie die we nog van de organisatie krijgen over bijvoorbeeld financiële aspecten kan onze analyse nog aangepast of uitgebreid worden.

Edit: Inmiddels weten we dat de website van Hulp voor Helden nog in constructie is en dat we deze derhalve op een later moment opnieuw moeten analyseren voor een compleet beeld. We hebben onze voorlopige analyse wel doorgestuurd naar de organisatie in de hoop dat zij hier misschien gebruik van kunnen maken bij het verder ontwikkelen van hun website.

Bronvermelding

Van Belkom, R. (2014). Het merk voorbij. Handboek voor identiteit en imago. Bussum: Coutinho 

Tuesday 10 February 2015

Druk, druk, druk!

In deze beginnende fase van ons project is er veel te doen voor ons. We zijn druk bezig met het uitwerken van onze strategie en proberen op verschillende manieren mensen te bereiken. Onder meer hopen we op die manier meer ideeën te krijgen om ons project te kunnen verbeteren. Niet alle kleine ontwikkelingen kunnen een plaatsje krijgen binnen onze blog, maar wie toch op de hoogte wil blijven van alles waar we verder zoal mee bezig zijn, kan ons volgen op Twitter @Dagboek4Helden

Daarnaast is gisteren onze Facebookpagina online gegaan. Hierop zijn wat grotere berichten te plaatsen dan op Twitter, dus is daar ook meer ruimte voor uitleg (al zijn vragen en reacties op de blog zelf ook altijd mogelijk natuurlijk!). Naast het feit dat we sommige mensen alleen op Twitter en andere alleen op Facebook zullen bereiken, is er dus ook nog wel verschil tussen beide media. Uiteraard houden we iedereen op al onze platforms op de hoogte van nieuwe blogposts, maar waar we Twitter gebruiken voor korte updates tussendoor, zullen we op Facebook uitgebreider vragen stellen aan onze volgers.

We hopen dat de combinatie van verschillende online media een groter publiek aantrekt en meer feedback oplevert. En let op: stel vooral vragen als iets je onduidelijk of onlogisch lijkt! We zijn je alleen maar dankbaar. Je bent niet betweterig als je ons op fouten wijst. Je bent gewoon behulpzaam.


Monday 9 February 2015

Presentatie 1: onze eerste opzet en feedback

Vanmiddag hebben Margaret en Eva de eerste opzet van ons project gepresenteerd aan de overige cursisten van Mediawijsheid. In de presentatie werd duidelijk gemaakt dat we het dagboekproject van Hulp voor Helden willen steunen en daarvoor €6.200,- willen ophalen. Ook hebben we in het kort de ideeën voor onze strategie behandeld.

Feedback
We kregen een boel feedback op onze presentatie, waar we veel aan hebben gehad.

Er werd ons voorgesteld om te kijken naar de €3.800,- die al opgehaald is voor dit project. Waar komt dit geld vandaan? En hoe heeft Hulp voor Helden dit geldbedrag opgehaald? Ook moeten we kijken waaraan het uiteindelijke bedrag van €10.000,- zal worden besteed. Het is van belang om inzicht te hebben in de uitgaven, ook voor de betrouwbaarheid van het project. Hiervoor hebben we contact opgenomen met Hulp voor Helden, evenals om goed uit te kunnen leggen wat het belang is van het dagboekjesproject. We moeten het publiek kunnen vertellen wat voor bijdrage het project zal leveren, niet enkel dat er dagboekjes zullen worden verstrekt aan de militairen en het thuisfront.

Voor de promotie van het project is het goed om een concreet voorbeeld te geven van een militair en zijn of haar thuisfront die aan het project hebben deelgenomen. Hoeveel profijt hebben zij gehad aan dit project? Ervaringen van militairen en 'thuisfronters' over (het gebrek aan) communicatie na een missie maakt de problematiek duidelijker voor mensen die hier geen ervaring mee hebben. Hierdoor kan de noodzaak van de dagboekjes en het project eromheen extra benadrukt worden.

Ten slotte is het van belang om de doelgroep te bepalen bij het opstellen van de strategie. Door de promotie te richten op de juiste doelgroep, zal er meer succes worden bereikt. We moeten uitzoeken of we het beste enkel digitale media, offline media of een combinatie van beide kunnen gebruiken bij het bereiken van ons doel. Dit is uiteraard ook afhankelijk van onze doelgroep. Omdat het hier een landelijk actief project betreft, hoeven we ons niet te beperken tot slechts lokale middelen, waardoor we heel veel opties hebben met betrekking tot mediagebruik.

We zullen onze tijd nu vooral steken in het verwerken van de feedback. Meer tips zijn altijd welkom!

Sunday 8 February 2015

3. Mensen bereiken èn aanspreken

Stap 3: een strategie opzetten
In grote lijnen bestaat onze strategie er uit om mensen te informeren over het belang van de dagboekjes via verschillende media, zowel online als offline. Met name de groep thuisblijvers is op bepaalde media als Facebook, Twitter en blogs al actief en is via deze kanalen goed te bereiken. Andere mogelijke geïnteresseerden, zoals medewerkers van Defensie en eigenlijk iedereen die interesse in Defensie toont, hopen we te kunnen opsporen en benaderen via sociale media om hen ook op het belang te wijzen van contact tussen militair en thuisfront. We hopen vervolgens op deze manier iedereen die het belang van de dagboekjes inziet ook aan te sporen om te doneren.
 
We weten nu dat onze doelgroep eigenlijk heel breed is. We hebben een doel dat door heel Nederland actief is en we willen zowel de mensen bereiken die interesse zullen hebben in de dagboekjes door hun eigen situatie, als mensen die het project niet voor zichzelf nodig hebben, maar die we hopelijk kunnen overtuigen van het belang om dit doel toch te steunen. We verwachten vanwege deze grote doelgroep vooral veel gebruik te maken van digitale media, omdat hiermee veel mensen bereikt kunnen worden ongeacht de afstand die ertussen ligt. Bovendien kost het relatief weinig tijd om op deze manier met mensen in contact te komen en dat is voordelig gezien het tijdsplan dat er ligt.  
"Het wordt door sociale media niet alleen makkelijker om in contact te komen met mensen, het wordt ook steeds makkelijker om de diverse netwerken aan elkaar te koppelen" (Roemen & Koerts, 2011, p. 31).
Daarnaast weten we dat de digitale omgeving veel gebruikt wordt door het thuisfront omdat zo contact te leggen valt met mensen in dezelfde situatie. Er zijn onder andere verschillende partners van militairen die bloggen over hun ervaringen als thuisfront, zowel tijdens uitzending als wanneer hun partner in Nederland is. We hopen via deze contacten ons project te delen en zo veel 'thuisfronters' te bereiken. Ook willen we proberen, wanneer onze plannen wat concreter gevormd zijn, contact op te nemen met belangrijke mensen binnen Defensie, zoals Commandant der Strijdkrachten Tom Middendorp en Minister van Defensie Jeanine Hennis-Plasschaert. Zij maken frequent gebruik van social media om met hun achterban te delen wat zij belangrijk vinden. We hopen dat ze ons project wat aandacht kunnen geven, of misschien tips hebben voor het beter bereiken en aanspreken van onze doelgroep.

Om mensen die niet binnen dit digitale netwerk te vallen ook te betrekken bij onze actie, overwegen we een artikel in te sturen naar enkele lokale en nationale kranten. Onder andere de Metro, omdat dit een gratis krant is die door veel reizigers zonder krantenabonnement gelezen wordt, en de Telegraaf, omdat deze krant zich vaker inzet voor meer aandacht en waardering voor militair, veteraan en thuisfront. Deze laatste krant had afgelopen december zelfs een uitgebreide extra bijlage geheel gewijd aan Defensie en gerelateerde onderwerpen.

We vinden het belangrijk om meer aandacht te vragen voor het leven van thuisfront en veteraan na de missie.  Daarom willen we onze blog niet alleen gebruiken voor het bijhouden van het verloop van ons proces. Tussendoor willen we extra posts plaatsen met uitleg voor mensen die niet precies weten waar mensen na een missie zoal tegenaan lopen. Hiervoor hopen we verschillende dingen te kunnen gebruiken, zoals feitjes over wat wel en niet kan door allerlei regels en praktische restricties, en praktijkervaringen met (de problemen van) communicatie tijdens en na de missie.

Deze strategie ligt niet vast, maar werken wij steeds bij gedurende onze voorbereiding op de aftrap van de actie rond 14 april. Alle commentaar, tips en vragen die hierbij opkomen zijn dan ook meer dan welkom, zodat we ze kunnen gebruiken onze strategie te verbeteren.

Bronvermelding
Roemen, N. & Koerts, F. (2011). Durftevragen. Nederland, Zaltbommel: Haystack.