Monday 2 March 2015

5. Online marketing: op zoek naar de doelgroep

Stap 5: bevindingen van college 5
Het vijfde college mediawijsheid afgelopen maandag was een gastcollege dat gegeven werd door online marketeer Peter Mohnen. Het betrof een inleiding in de werking en principes van marketing, iets wat voor het merendeel van ons, als cultuurstudenten, veel nieuws inhield. Hiermee werd gelukkig rekening gehouden door de heer Mohnen, die geregeld extra uitleg gaf bij begrippen, vroeg of iedereen het nog kon volgen, en vooral ook niet te ver op de technische praktijk inging. Dankzij de enthousiaste manier van vertellen en de vele interessante en bruikbare informatie, was het naar onze mening een bijzonder leuk en geslaagd college. Dat het wat uitliep was niet eens zo erg, en dat zegt wat als het komt van een studente die door die tien minuten uitloop 's avonds toch een uur later thuis was dan gepland. 

In college bleek dat eigenlijk voor alle projectgroepen geldt dat we werken zonder mediabudget en maar een zeer kort tijdsbestek hebben voor het bereiken van ons doel. Meneer Mohnen gaf aan dat marketingstrategieën zich eigenlijk altijd op langere termijnen richten dan de onze, wat het bereiken van de doelen wel eens erg lastig kan gaan maken. Het alternatief dat bedrijven toepassen als ze wel een kortere termijn hebben, is het inzetten van een groter mediabudget. Precies wat bij ons geen optie is. Daarnaast betrof een flink deel van zijn college betaalde programma's, advertenties en andere zaken die door de financiële beperking ook niet van toepassing zijn op dit specifieke project. Een heleboel interessante informatie dus, maar het daadwerkelijk bruikbare deel voor nu was helaas iets kleiner.

Trends in de media
Allereerst zijn er de verschillende trends die de heer Mohnen noemde met betrekking tot media(gebruik). Dit zijn dingen waar iedereen die iets met digitale media doet mee te maken krijgt. Bovendien was hij zo aardig om bij verschillende trends een voorbeeld te geven van manieren waarop je erop in zou kunnen spelen. De verschillende trends zijn:
  • Ontbundeling van content: Alles wordt uit elkaar gehaald en mensen maken hun eigen samenstelling. In de nonprofit-sector uit zich dit vooral in een afname aan structurele donaties. Er is op in te spelen door het doel te koppelen aan bijvoorbeeld een passend evenement, of door met behulp van crowdfunding doelgerichtere donaties mogelijk te maken. Wij hebben vanuit dit oogpunt dan ook gekozen voor het specifieke dagboekjesproject, in plaats van algemener (en dus abstracter) geld in te zamelen voor Hulp voor Helden als geheel.
  • Fragmentatie van de aandacht: Door de enorme berg informatie die mensen dagelijks te verwerken krijgen, neemt de aandachtsspanne af. Ook versnippert het mediagebruik zich over verschillende apparaten. Voor ons is het daarom belangrijk dat we onze online informatie bruikbaar houden voor zowel PC en laptop, als bijvoorbeeld smartphones en tablets. Dan verwijder je de drempel van het moeten overstappen naar een ander apparaat om bijvoorbeeld een site goed te kunnen lezen. Het gebruik van Blogger biedt hierin het voordeel dat er gelijk een telefoon-vriendelijke versie van de blog wordt gemaakt, waarbij eventueel het mobiele sjabloon ook nog aan te passen is.
  • Ongelimiteerd aanbod: Er is zoveel te vinden via online media, dat zeggen dat je beter bent dan de rest niet meer voldoende is. Je moet beter zíjn, anders stappen mensen vanzelf over naar iets anders. Wij proberen het belang van onze actie duidelijk te maken door persoonlijke verhalen uit de praktijk te vertellen, waardoor mensen beter kunnen begrijpen wat er speelt en dat dit er dus echt toe doet.
  • 24/7 Toegankelijkheid: Mensen verwachten dat de organisatie altijd bereikbaar is. Daar moet rekening mee worden gehouden met de tijd die het kost om reacties, vragen en feedback te verwerken en beantwoorden. Het is wenselijk die tijd zo kort mogelijk te houden. De verschillende media die wij online gebruiken worden dan ook ten minste zes dagen per week bijgehouden door meerdere groepsleden, zodat niets aan onze gezamenlijke aandacht ontsnapt.
  • Verbondenheid: Deelbaarheid en mond-tot-mond-reclame worden steeds belangrijker. Dat heeft ook te maken met het ongelimiteerde aanbod. Positieve feedback leidt vaak tot meer positieve reacties. Belangrijk is dat het andersom ook zo werkt. Negatieve feedback werkt tegen je. Gelukkig hebben wij zelf nog geen negatieve reacties gehad over onze actie, maar voor veel mensen is de wereld van militair en thuisfront onbekend en lijkt ons project dus niet zo belangrijk. Om dit probleem op te vangen proberen we zoveel mogelijk de praktijk duidelijk te maken aan iedereen die onze actie tegenkomt, zoals eerder genoemd bij het punt 'ongelimiteerd aanbod'.
  • Personalisatie: Doordat meer en meer data bekend is en opgeslagen kan worden, is het mogelijk om mensen steeds persoonlijker te raken. Het klinkt allicht wat negatief vanuit de privacy geredeneerd, maar vanuit de marketing gezien is het handig, want het werkt. Wij hebben in dit college verschillende methodes geleerd die hiervoor gebruikt worden en zullen zelf via 'likes' op Facebook op zoek gaan naar mensen die geïnteresseerd zijn in Defensie en/of thuisfront en dus mogelijk ook in onze actie.
  • Segmentatie: Er is een steeds beter gespecialiseerd media-aanbod mogelijk voor gesegmenteerde groepen. Dat hangt samen met de personalisatie, maar dan op iets grotere schaal. Gebruikmaken van deze segmenten is vaak erg voordelig in de marketing. Bij Twitter doen we dit vooral door gebruik te maken van lijsten van volgers die we binnen een bepaald profiel (bijvoorbeeld 'thuisfronters', 'Defensie medewerkers', etc.) plaatsen. Deze lijsten houden we actief bij om op relevante posts te kunnen reageren vanuit de invalshoek waarvan wij verwachten dat deze het beste bij de positie van de Twitteraar past.
  • Meetbaarheid: Online is onnoemelijk veel te meten en 'big data' speelt een belangrijke rol binnen marketingstrategieën. Belangrijk is echter om de data zinvol te gebruiken - en anders niet. Pieter heeft hier een belangrijke taak, omdat hij het meeste weet over statistieken en hoe we data kunnen verkrijgen, analyseren en toepassen. Dit komt vooral van pas bij het analyseren van het bereik en succes van onze mediastrategie.
  • Tools: Allerlei gereedschappen en programma's worden steeds goedkoper. Van veel dingen is een (soms wel beperkte) gratis variant beschikbaar online en dat maakt de drempel om aan een project te beginnen een stuk lager. Bovendien kan het ons, zonder mediabudget, helpen om toch een degelijke mediastrategie op te zetten voor het bereiken van ons doel. Daarmee hangt ook onze keuze samen voor digitale media: het bereik is groot en er zijn geen kosten aan verbonden.
Doelgroepsanalyse
Naast de trends, heeft de heer Mohnen een boel aandacht besteed aan het uitleggen van de doelgroepsanalyse, en vooral ook het belang hiervan. De conclusie hiervan was dat het vooral belangrijk is om je doelgroep goed gespecificeerd te hebben en er veel van te weten, omdat daardoor de mediastrategie relevanter te maken is voor de desbetreffende groep. Het helpt om de juiste mensen te bereiken. Door goed gebruik te maken van beschikbare informatie over de doelgroep is te achterhalen wat de apparaten, sites en platforms zijn waarop de doelgroep het best bereikbaar is, en op welke momenten. Je kunt ontdekken hoe je de boodschap het beste verwoordt en hoe je de juiste personen bereikt. Ook is het mogelijk om interesseclusters te maken, waarmee je kunt beredeneren welke mensen wel en niet bij je beoogde doelgroep aan zullen sluiten.

Helaas is veel van deze informatie voor ons niet beschikbaar, maar onze doelgroep is nu ook nog vrij breed. We willen deze daarom vernauwen naar mensen die al geïnteresseerd zijn in Defensie en/of het thuisfront. Dat is via online aangegeven interesses goed na te gaan en deze mensen zijn via allerlei blogs, sites en groepen door en over Defensie en thuisfront goed te bereiken. Op die manier hopen we dan ook gerichter gebruik te maken van verschillende media.

Sunday 1 March 2015

Veldpost!

Na de missie is het voor beide partijen vaak nog een hele tijd wennen aan de nieuwe situatie, met beide mensen thuis, een ander ritme, een ander leefpatroon en ook weer veel dichter op elkaar zitten. Bij thuiskomst heerst, zeker bij het thuisfront, vaak een feestelijke stemming, maar daarna volgt dan de onwennigheid. Door het gebruik van de dagboekjes kunnen ervaringen, gedachten en gevoelens van militair en thuisfront na de missie worden uitgewisseld en besproken, om zo weer nader tot elkaar te komen en elkaar beter te proberen begrijpen.

Uit onderzoek van de Koninklijke Militaire Academie is gebleken dat het welbevinden van partners van militairen erg belangrijk is voor de militairen op uitzending. De behoefte aan emotionele en sociale steun is groot bij zowel militairen als thuisfront, en daardoor is goede communicatie noodzakelijk. De militair moet gefocust kunnen werken, zonder zich zorgen over de situatie thuis te maken. Hij of zij heeft baat bij een sterk thuisfront dat de militair steunt. Het thuisfront heeft daarnaast behoefte aan contact om onzekerheid over de situatie van de militair tegen te gaan, zeker met de vele, vaak negatieve, berichtgeving over conflictgebieden in de media. Daarnaast is de communicatie voor iedereen van belang om de relatie te onderhouden (Moelker & Van der Kloet, 2002).


De communicatie kan het beste niet alleen op de dagboekjes steunen, omdat die pas na de missie gedeeld worden. Daarom geeft Hulp voor Helden samen met de set dagboekjes, ook een schrijfcassette uit, 'Veldpost' genoemd, om post naar het thuisfront te stimuleren. Zoals eerder gezegd is directere communicatie niet altijd even goed mogelijk, en daarnaast ervaren mensen een fysiek bericht, in de vorm van een geschreven brief of kaart, vaak toch persoonlijker dan een digitaal bericht. Bovendien kan een fysiek bericht zorgen voor een gevoel van meer nabijheid. De cassette 'Veldpost' is onlangs vernieuwd en bevat nu naast een schrijfblok, pen en enveloppen, ook verschillende ansichtkaarten. Dit is toegevoegd op verzoek van militairen, die in uitzendingsgebied vaak niet de mogelijkheid hebben tot het ter plaatse kopen van ansichtkaarten. Naar zowel de dagboekjes als de schrijfcassette is nog steeds veel vraag onder militairen, zo blijkt uit een reactie die Hulp voor Helden hierover had ontvangen:
"Nu vanuit Mazar-e-Sharif, meteen even navraag gedaan bij collega Wim die hier zit. De dagboekjes zijn volgens hem nog steeds gewild. Het zijn hier nog de oude met harde kaft, dus niet de dwarsliggerversie. Wim zei dat er ook veel vraag is naar ansichtkaarten - die zitten in de nieuwe schrijfcassette, begrijp ik, dus dat is mooi! Hartelijke groet, Klaas Henk"

Bronvermelding
Moelker, R. & Van der Kloet, I. E. (2002). Partneronderzoek. Wat partners vinden van de uitzending van hun militair. Den Haag: Afdeling Gedragswetenschappen & Koninklijke Militaire Academie

Veilige verbinding

Geregeld contact hebben is onmisbaar voor het onderhouden van elke relatie tussen mensen. In het geval van grote afstand en totaal andere leefwerelden, zoals bij militairen en thuisfront tijdens een uitzending, is dit contact nog veel belangrijker.

De dagboekjes voor de uitgezonden militair en zijn/haar thuisfront zijn er om ruimte te creëren voor het opslaan van gevoelens, gedachten en gebeurtenissen die niet direct met elkaar te delen zijn. De redenen hiervoor kunnen verschillen. Bij de militair zullen er vaak restricties zijn met betrekking tot de informatie over de missie die gedeeld mag worden. Specifieke operaties, locaties en tijden kunnen vanuit veiligheidsoverwegingen beter niet gedeeld worden. Door de digitalisering is contact onderhouden met het thuisfront makkelijker geworden, maar de beveiliging van deze netwerken is een stuk lastiger, dus de berichtgeving aan het thuisfront via deze media is vaak erg beperkt. Daarnaast geldt dat in uitzendgebieden de voorzieningen lang niet altijd even goed zijn en dat de militair soms op patrouille of voor een operatie langere tijd van de basis weg kan zijn en dus ook geen toegang heeft tot bepaalde communicatiemiddelen.
"Het dagboekje laat de militair en het thuisfront na een missie bij elkaar op verhaal komen en helpt daarmee de draad op te pakken bij terugkomst. Het vormt dus een absoluut verbindingsonderdeel." (Hulp voor Helden, 2014)
Door gebruik te maken van de dagboekjes worden gedachten en gevoelens niet vergeten. Daarnaast geldt zowel voor het thuisfront als voor de militair, dat het onmogelijk en onwenselijk is om direct alles met elkaar te delen. Er lopen twee levens tegelijkertijd en het is te druk om alles aan elkaar door te geven en bij te houden. Bovendien speelt ook vaak mee dat men de ander niet onnodig ongerust wil maken. De militair zal dan eerder terugvallen op een collega en het thuisfront op iemand uit de omgeving daar, om pas als de problemen opgelost zijn, of na de missie, de ander in te lichten. Vrouw van militair (z.j.) vertelt op haar blog dat ze haar man niet kon vertellen van een operatie aan een goedaardige tumor, die ze onderging tijdens zijn uitzending. De avond na de operatie, toen alles achter de rug en weer goed was, zocht ze gelijk contact om hem er alsnog over te vertellen.
"Ga ik te ver in mijn bescherming naar hem toe tijdens een uitzending? Nee, ik vind van niet. Hij zou het zelfde voor mij hebben gedaan. Ondanks dat de situatie in Mali wel een rustige situatie was wil ik dat hij zijn hoofd bij zijn werk houdt. Voor zijn veiligheid, maar ook voor de veiligheid van zijn collega’s.

Bronvermelding 
Hulp voor Helden. (z.j.). Dagboekjes. Geraadpleegd ophttp://www.hulpvoorhelden.nl/projecten/dagboekjes/
Vrouw van militair. (2014, 5 augustus). 3 maanden verder: Hoe gaat het nu? Geraadpleegd op https://vrouwvanmilitair.wordpress.com/2014/08/05/3-maanden-verder-hoe-gaat-het-nu/