Tuesday 24 February 2015

4. (1) Onze groep ingericht als projectgroep

Stap 4 (1): onze groep, een projectgroep
Een 'project' is een veelgebruikt containerbegrip. Veel mensen hanteren een verschillende definitie van een project, of van projectmatig werken (Kamphorst, 2010). Het is daarom nuttig een eenduidige omschrijving te geven van wat wij onder een project verstaan en hoe wij onze groep willen gaan inrichten als projectgroep.

Verschil project en programma
Het woord project is afkomstig uit het Latijn. Het stamt af van het woord 'projectum', wat zoveel betekent als: 'om iets vooruit te gooien'. Zodoende kan je het woord project uitleggen als 'iets dat voor iets anders gebeurt.' Bij een project hou je altijd de blik op de toekomst gericht, op het doel dat je wilt bereiken. Ze komen dan ook voort uit een ambitie, een doel of een wens. Andere kenmerken van een project zijn dat er een concreet eindresultaat voor ogen gehouden wordt, en dat er sprake is van een duidelijk begin- en eindpunt. Daarnaast is er bij een project sprake van een samenspel van activiteiten en opdrachtgevers. De opdrachtgever wil immers dat het project wordt gehaald met verbruik van zo min mogelijk middelen (Kamphorst, 2010). Een aanvulling hierop biedt Grit (2014). Hij stelt namelijk dat een project altijd een tijdelijk werkverband is en dat een project vaak interdisciplinair is. Daarnaast hangt projectmatig werken tussen improvisatie en routine in. Dat heeft alles te maken met de nieuwe aard van het project. Het is nog geen geijkte manier van werken geworden.

Samenvattend kunnen de volgende kenmerken van een project worden opgesomd:
  • er is sprake van een concreet eindresultaat;
  • er is een duidelijk begin- en eindpunt;
  • het project moet worden gerealiseerd binnen bepaalde randvoorwaarden die beperkingen opleggen;
  • er is één opdrachtgever en die heeft zich aan het project verbonden
  • het project is tijdelijk van aard
  • het gaat vaak om een interdisciplinaire manier van werken
  • een project houdt het midden tussen improvisatie en routinematig werken (Kamphorst, 2010; Grit, 2014).
Waar in een project het behalen van één eindresultaat centraal staat is een programma bedoeld om één of meerdere doelen te bereiken. Het gebeurt vaak dat er binnen een organisatie tegelijkertijd meerdere projecten lopen die gezamenlijk als doel hebben om een bepaalde verandering te bewerkstelligen. Wanneer de doelen van die projecten in samenhang zijn geformuleerd is er sprake van wat Kamphorst de 'programma-aanpak' noemt. Binnen zo'n programma worden allerlei activiteiten ontplooid die gezamenlijk richting het doel, de verandering, toe werken. Vanuit één centraal punt wordt ervoor gezorgd dat die verschillende activiteiten met elkaar samenhangen, dat wordt verzorgd door de programmamanager. Simpel gesteld kan een project wel binnen een programma vallen, maar een programma kan nooit onderdeel uitmaken van een project (Kamphorst, 2010).

Wat houdt projectmatig werken in?
Volgens Kamphorst (2010) wordt projectmatig werken gekenmerkt door vier principes:


  • eerst denken, dan doen;
  • resultaatgericht werken;
  • planmatig werken;
  • afspraak is afspraak.




Het gaat bij het werken aan een project uiteraard om een combinatie van deze verschillende principes.

De fases van een project
Wat Kamphorst (2010) daarnaast ook mist is dat er verschillende fases in een project zitten. Je kunt niet zomaar als een ongeleid projectiel aan de slag gaan en maar zien waar je uit komt. Grit (2014) biedt hier dan ook een nuttige aanvulling op, door een aantal fases uiteen te zetten waar je een project in kunt opdelen.
Allereerst is er het initiatief. Dat houdt in dat er een idee wordt bedacht en dat er wordt nagedacht over de haalbaarheid daarvan. De volgende stap is een definitie van het einddoel opstellen. Je denkt na over de wensen en eisen die aan het einddoel mogen worden gesteld. De derde stap die gezet moet worden is het nadenken over de vorm van het project. In welk format ga je het project uitvoeren? Daana ga je aan de slag met het plan van aanpak, waarin je nadenkt over hoe je alles gaat aanpakken en goed kijkt naar een eventueel budgetplan. De vijfde stap is het daadwerkelijk uitvoeren van het project. Je brengt je ideeën dan in de praktijk. Met het uitvoeren van je project ben je er echter nog niet, want na afloop van het project is de laatste stap die je uitvoert een stukje nazorg. Je rondt alles dan netjes af.

De indeling van een groep in een projectgroep
Daarnaast is er nog de concrete indeling van een groep als projectgroep. Je zou kunnen stellen dat dat bij het van Mediawijsheid enigszins problematisch is. In het klassieke schema, zoals uiteengezet door Kamphorst in Projectmanagement op school (2010), is er een opdrachtgever aanwezig, een projectleider en een projectteam. De opdrachtgever wil de resultaten van het project behalen, de projectleider stuurt het team aan en het projectteam voert het project uit.

In het geval van Mediawijsheid zou je kunnen stellen dat je als groep zowel opdrachtgever als projectteam bent en eigenlijk ook een beetje projectleider. In de eerste plaats sturen we onze eigen activiteiten namelijk aan. We maken zelf een plan en bedenken zelf een mediastrategie die we gaan uitvoeren om het door ons gekozen doel te bereiken. Zo hebben we ook zelf ons projectplan opgesteld, normaal een taak voor de projectleider. We hebben zelf ons goede doel benaderd, in plaats van zij ons. Dit is gebeurd in het kader van een collegereeks aan de Universiteit van Tilburg, dus je zou daarmee ofwel dat vak, ofwel onze groep als opdrachtgever kunnen zien, omdat de aanzet van daaruit is gekomen. Als laatste voeren we ook zelf dit project uit, waarmee we dus zelf ook binnen de rol van projectteam vallen.

Dat alles maakt dat deze rollen redelijk met elkaar vervlochten zijn binnen het kader van het vak Mediawijsheid en dat maakt onze opzet als projectgroep dan ook gecompliceerd. Je zou echter wel kunnen stellen dat er desondanks van bovenaf sprake is van enige 'checks and balances', juist omdat het project gebeurt in het kader van een vak aan de Universiteit van Tilburg. Er zijn tussentijdse opdrachten geformuleerd en aan het eind vindt er ook een toetsing met toekenning van een cijfer plaats. Dit zorgt ervoor dat je als groep niet 100% vrij gelaten wordt in je doen en laten, waardoor je zelf ook kritischer wordt op de kwaliteit van het werk dat je aflevert.


Bronvermelding
Grit, R. (2014). Projectmanagement. Groningen: Wolters-Noordhoff.
Kamphorst, M. (2010). Projectmanagement op school. Opgehaald van Blackboard: https://edubb.uvt.nl/bbcswebdav/pid-1189240-dt-content-rid-3417216_1/courses/820134-2014-2015/Project%20Management%20op%20school%281%29.pdf

No comments:

Post a Comment